1/10/99 - EERSTE INDRUKKEN

Maandag 27 september vertrokken we met een piepklein Boeingkje van de Tsjechische luchtvaartmaatschappij CSA richting Praag. Het was een beetje een rare vlucht na een raar afscheid: drie maanden is te lang om te doen alsof het om een uitstapje gaat, maar uiteindelijk zijn het maar een stuk of 90 daagjes dus heel hysterisch hoef je er ook niet over te doen. We kwamen aan in Praag om half tien 's ochtends, en vermits het vliegtuig (een net iets groter Boeingkje) naar Moskou pas om twintig voor zes vertrok, konden we een paar uurtjes gaan rondwandelen in Praag. Het was een prachtige taxirit van de luchthaven naar de stad, door schitterende landschappen en piepkleine schattige dorpjes. En Praag zelf is een ongelooflijk mooie stad... Het deed dan ook pijn om rond 15 uur alweer de taxi te moeten nemen.
De vlucht naar Moskou was behoorlijk grappig, het kabinepersoneel was op zijn minst exentriek te noemen. En ook de Russische dame die naast ons zat was bizar: eerst keek ze zuur maar toen Olivier en ik ons beroemd Russisch-met-opzettelijk-vlaams-accent begonnen te wauwelen kwam ze wat los. Toen Olivier dan nog later over haar klauterde om naar het toilet te gaan en ik "per ongeluk" onze plastic koffiekopjes in mijn tas liet vallen - we hadden namelijk geen tasjes bij om onder de CAFE-DUO van Olivier te zetten - rolden de tranen haar over de wangen van het lachen en wendde ze gegeneerd het hoofd af.
In Moskou moesten we eerst door de Visum-controle, wat een goed halfuur duurde, en daarna door de douane. Dat ging vrij probleemloos. In de luchthavenhall wachtten we vergeefs op de delegatie van de universiteit, die ons moest komen afhalen. Toen er na een half uur nog niemand verschenen was besloot ik eventjes de andere ingang te gaan kontroleren, waar alle Aziatische vluchten landen. En daar stond inderdaad iemand met een bordje MERCATOR - MGLU. Ik sprak hem aan en zei dat hij op ons aan het wachten was, waarop hij antwoordde in het Nederlands: Waar ben jij?
Enfin, na wat over en weer geloop bracht een bestelwagen ons naar het studentenhuis. Het was half twaalf 's nachts en de mensen reden als gekken. De volgende dag bleek dat de mensen overdag nog veel gevaarlijker reden. Er zijn wel verkeersborden in Moskou, en ongetwijfeld ook verkeersregels, maar in de praktijk gelden twee regels:
1. Auto's stoppen NOOIT voor vortgangers, liefst rijden ze met 70 per uur in op een overstekende massa.
2. De persoon met de duurste wagen heeft voorrang.
Mensen in een BMW 740, Audi A8 of Mercedes 600 SEL rijden dan ook door het rode licht zonder zich iets van iemand anders aan te trekken. Ik heb de eerste drie dagen hier in Moskou meer A8 Quattro V12's en Mercedessen 600 SEL gezien dan in heel mijn leven in Belgie. Maffia of politici, de meningen over de eigenaars zijn verdeeld.
De maffia is hier trouwens overduidelijk, maar nooit dreigend, aanwezig. Wel zijn we een keer per ongeluk een "Bowling Alley" binnengegaan maar nog in de gang weden we tegengehouden door twee zware kerels in kogelvrije vesten die ons onze clubcard vroegen. Wij hadden geen clubcard en bijgevolg bevonden wij ons anderhalve seconde weer op straat.

We zitten met z'n tweeen in een piepklein kamertje. Er is veel stof, maar geen beschimmeld behangpapier of kakkerlakken, die men ons echter wel voorspeld had. Ook het bijpassende badkamertje en het toilet zijn klein maar proper. We mogen drie keer per dag gaan eten in het restaurantje van de universiteit. En geloof het of niet, de meeste dingen daar zijn echt wel lekker. Voor de Salo (puur vet met tomatensaus) en sommige andere schotels bedankt je best meestal wel. Maar de soep, het vlees, de vis en de aardappelpuree zijn echt wel goed. Verder kan je in miljarden kleine uithuisjes gaan eten tegen bespottelijk lage prijzen. Het is er zo goedkoop dat je soms beschaamd bent om binnen te gaan... Duur (nu ja) is bij voorbeeld wel McDonalds: voor de schandelijk "hoge" prijs van 88 roebel krijg je een Big Mac, een grote kola, een grote portie frietjes en een koffie. De roebel is anderhalve frank waard, dus reken uit. Het is, op een paar gelegenheden na, allemaal spotgoedkoop hier. In de winkels leg je voor Westerse luxeprodukten wel Westerse bedragen neer.
Dit was het zo ongeveer voor wat betreft de eerste indrukken, binnenkort volgt meer, meer over het leven hier, ons leven hier, de mensen hier, de administratie, het verkeer... Verwacht niet alleen een dagboek, ik zal proberen zo veel mogelijk stukjes te schrijven over bepaalde afgebakende dingen, zodat alles overzichtelijk blijft. Want er is zoveel vreemds hier, dat ik niet weet waar en hoe te beginnen.
In elk geval, liefste vriendjes, tot gauw!!!

From Moscow, uw Kvientjen...

terug...

4/10/99 - MOSKOU LEEFT

Vermits we hier aangekomen zijn een week voor het begin van de lessen, hebben we een paar volledige dagen gehad om Moskou een eerste, schuchtere keer te verkennen.
Wat opvalt, is dat Moskou leeft. Er is altijd volk op straat, altijd. En de meeste winkels, grootwarenhuizen en wisselkantoren werken 24u/24, 7 dagen op 7. En altijd is er volk. De metro rijdt van 5u30 tot 1u, en ook daar ben je nooit alleen.
De metro in Moskou werkt schitterend, in het spitsuur is er een trein om de minuut, in de diepste daluren eentje om de 4 minuten. Tijdens de spitsuren is het aanschuiven en drummen en zweten geblazen. Dagelijks nemen 6 miljoen mensen de metro, het is bijna niet te geloven.
De Moskouse metro is volgens de boekjes de meest efficiente ter wereld, en dat wil ik gerust geloven: er rijden veel treinen, en het metrosysteem is enorm overzichtelijk. Er is een centrale, cirkelvormige lijn, de Koltsovaya of Ringlijn. Deze ringlijn verbindt de acht "rechte" of Radiale lijnen met elkaar. Het schema dat overal ophangt ziet er overzichtelijk en recht uit, en als je op een kaart van de stad kijkt hoe de lijnen lopen, zie je dat ze bijna even recht lopen als op het schema. Binnenkort ga ik naar het Metromuseum, waar wordt getoond hoe dit bijna onmogelijke titanenwerk uitgevoerd is. Wegwijs raken is heel eenvoudig: je kijkt naar welk station je moet (alle reclame-affiche of folders van restaurants, winkels, hotels, cinemas... vermelden in wel station je moet afstappen), dan kijk je op welke lijn dat licht, en je neemt de ringlijn naar die lijn, en stapt over. Het studentenhuis ligt vlak aan de ringlijn (en nog wel aan het allereerste Moskouse metrostation Park Kultury), dus eenvoudiger kan niet. De stations zijn prachtige stukken architectuur, elk station heeft zijn eigenaardigheden: prachtige marmeren gangen, schitterende lusters, bas-reliefs, mozaieken, schilderijen... elk station is een museumpje, een juweeltje op zich. De metro is bovendien spotgoedkoop, 4 roebel (6 frank) voor een rit, 36 roebel voor een studentenabonnement voor een maand. Je krijgt dan een kaart met een gouden M op, daarachter zit een chip. Je zwaait die kaart met een frivool gebaar naar het controle-apparaatje, en het lichtje wordt groen, en je kan door. Gratis rijden lukt niet: als je geen kaartje in het apparaat steekt of als je het licht niet op groen zet met je abonnementskaart maar toch doorstapt, gaat het poortje toe en loop je er tegen, of verbrijzel je je knieen tussen de twee sluitende delen van het poortje.
Ook boven de grond leeft Moskou op elk uur van de dag. Maar daarover, liefste vriendjes, volgende keer meer...
Moscow out.

terug...

5/10/99 - NA 1 WEEK

De eerste week Moskou zit erop en het is allemaal ongelooflijk goed meegevallen. We hebben kennis gemaakt met een uitgelaten bende Engelsen en Amerikaansen, en na de lessen en het studeerwerk (want ze geven genoeg nee naar huis) wordt er serieus lol getrapt. Om de paar dagen wordt er voetbal gespeeld tegen een bende plaatselijke Russische jeugd, maar het niveau is veel te hoog voor mij: ik heb een keer megespeeld en kon absoluut niet mee. Ik sta wel elke morgen om 7u op om met twee Engelsen te gaan joggen door Gorki Park of langs de prachtige oevers van de rivier de Moskva.
Overdag zijn er lessen, zo'n drie uur per dag, daarna studeren we wat en is er wat e-mail tijd. Dan gaan we de stad in, er is zoveel te bezoeken dat we na drie maanden nog niet alles gezien zullen hebben. Vandaag staat de Televisietoren op het programma: een zeshonderd meter hoog antennegebouw. Halverwege de toren, op 326 meter, is er een restaurant van waaruit je volgens de boekjes een prachtig zicht hebt op de stad. Straks zullen we zien of dat klopt.
Het weer is hier nog steeds schitterend, 2O graden ongeveer, en heel zonnig. De uitzonderlijke nazomer waarover de kranten schrijven blijft aan, pas vanaf halverwege volgende week zou het beginnen afkoelen.
De lessen vallen ongelooflijk goed mee, je zit nooit met meer dan 20 in de les, voor taalpraktijklessen zitten we zelfs maar met vijf. De professoren spreken snel en moeilijk Russisch, maar ze herhalen veel en geven synoniemen zodat het heel verstaanbaar is allemaal. De leukste les tot nu toe was Zakelijk Russich. Er werd een situatie probleem gegeven, wij moesten dan doen alsof we op een vergadering zaten in een bedrijf, en proberen dat probleem op te lossen. Buiten terminologie (vooral zakelijk-economisch) leerden we ook veel over de manier waarop Russische bedrijven en bedrijfsleiders denken en werken.
Gisteren zijn we in het noordelijke deelvan Moskou naar een paar parken geweest, om te gaan wandelen. De parken zijn prachtig en immens groot, en ongelooflijk rustig. Er zijn vijvers zo groot als meren, bossen zo groot als het zonienwoud. En al die parken staan vol met kermisattracties zoals achtbanen en reuzeraden enzoverder, die ooit moeten gebruisd hebben van het leven maar er nu vervallen en verroest bijstaan. Het is een treurig zicht, en het doet akelig aan, om al die ijzeren karkassen te zien staan...
En toch is de stad Moskou zelf niet zo oud en vervallen als ze lijkt, en zeker niet zoals ze in het Westen wordt voorgesteld. Het duurt een tijdje voor je gewend bent aan de brede straten en lompe blokken, maar eens je die stap voorbij bent, merk je hoe mooi de stad is. En proper. De lucht is natuurlijk zo vervuild als de pest, de uitlaatgassen stinken nog harder dan hier en niemand gebruikt deo dus in de metro is het tijdens de spitsuren niet te harden, maar er ligt geen enkel papiertje op de grond, geen sigarettenpeuken, niets... van 's morgens tot 's avonds zijn schoonmaakploegen in de weer om de stad proper te houden, en er staan om de honderd meter vuilbakken. En iedereen gebruikt die. Als je al eens iemand iets ziet weggooien is het bijna altijd een westers toerist of zakenman.
En overal, overal zijn prachtige gebouwen verstopt tussen lompe blokken. Je kan door lelijke brede boulevards lopen met huizenblokken die er kilometerslang hetzelde uitzien, om dan plots, schuchter en bijna onopgemerkt, een piepklein kerkje of kapelletje te zien, met prachtige torentjes met schitterende koepeltjes. Het is onvoorstelbaar.
Vandaag dus de televisietoren, en daarna gaan we nog eens wandelen, op zoek naar nog meer verborgen moois...
Until then, do svidania!

terug...

5/10/99 - MENSEN IN MOSKOU

Een paar bevindingen over de mensen hier.
Je kan er geen hoogte van krijgen. Iedereen kijkt hier zuur en onvriendelijk op straat, op de roltrappen van de metro en op drukke plaatsen lopen ze tegen je, duwen ze je opzij of wringen ze zich langs je door. Ze houden slechts in uiterste nood de deur voor je open, en steken voor dat het een aard heeft. Het grofste dat ik meemaakte, was dat ik aan de kassa stond, mijn yoghurtjes en andere prullen al op de band had gelegd, en klaar om te betalen. Er kwam een dame langs en begon gewoon zonder boe of ba haar koopwaar over en langs mij heen door te geven naar voor om als eerste buiten te geraken. En ook aan metrokassas, kiosken, bankautomaten en wisselkantoren steken ze voor alsof het een nationale sport is.
Maar eens je begint tegen de mensen te spreken, om hen te leren kennen of zelfs maar om de weg te vragen, zijn ze ongelooflijk vriendelijk en doen ze soms onvoorstelbaar veel moeite om het je zo gemakkelijk mogelijk te maken. En eens het gesprek gedaan is, verzuurt dat gezicht weer, en gaan banen ze zich zeer bot en duwend een weg door de massa.
De meeste mensen leven sober, ze zijn niet arm maar zeker ook niet rijk. Ze hebben meestal juist genoeg om op een niet onaangename manier te leven, ze hebben hun Lada (die hier Zjiguli heet), hun piepkleine appartementje en hun koolsoep en vet vlees op tafel. Genoeg, maar niet meer. Dan heb je de armen, die schrijnend arm zijn, en de rijken, die fenomenaal rijk zijn. Een halfrijke of niet-zo-arme is er niet.
De armoede is enorm. In elke perechod (ondergrondse gangen om aan de andere kant van de straat te geraken - bovengronds oversteken is zelfmoord - en waar mensen vanalles verkopen) staat er wel een oud bibberend vrouwtje of krom ventje te bedelen, vuil, stinkend, soms prevelend en wenend. En als je ze iets geeft gaat het echt naar eten, niet naar wodka. Er zijn er wel die zich bezatten, maar die herken je zo. Ik geef elke dag wel ergens een paar roebels aan zo'n bedelaar, niet omdat ik me weldoener wil voelen, niet om mijn geweten te sussen, maar gewoon omdat het soms zo erg is wat ik zie, dat ik gewoon niet anders kan. Soms voel ik me echt slecht als ik uit een perechod kom waar er heel veel extreme gevallen zaten. En soms, soms sterft er zo'n bedelaar van ondervoeding of koude of ziekte, en dan ligt die soms uren, of een ganse nacht, gewoon temidden van zijn plastic zakken tot de militsia hem verwijderd. Het is soms echt een gruwelijk zicht. Gisterenavond zijn we met de Amerikanen naar McDonalds geweest. Een Amerikaan, Silas, had een extra hamburger voor onderweg gekocht. Toen we uit McDonalds kwamen werden we weer aangeklampt door een oud vrouwtje dat wat geld voor brood vroeg. Silas gaf haar de verse hamburger, die nog in het papiertje zat. Ik krijg het beeld niet uit mijn hoofd van het gezicht van dat vrouwtje toen ze die hamburger aannam, hoe dat opklaarde, eerst van verbazing, dan van geluk, hoe ze bijna begon te wenen en Silas' arm eventjes vastnam en hem honderd keer zegende en bedankte... Je moet soms hard zijn en wegkijken, vergeten, om te kunnen genieten van de stad en om in slaap te geraken... Maar dat beeld zal ik denk ik nooit vergeten...
En dan de rijken. Die vliegen door de stad in hun peperdure splinternieuwe autos, met zwartgetinte ruiten. Audi A8, Saab 9 5, Mercedes 6OO SEL, het kan niet op. En altijd een zwarte jeep in de buurt. Ze trekken zich niets aan van voetgangers en andere autos, vaak niets van verkeerslichten... Die mensen wonen in riante villas, met prachtige parken en tuinen rond, en daarrond hoge zwarte hekken en muren, met poorten bewaakt door camera's, en mannen met kogelvrije vesten en machinegeweren.
Er zijn zwarte autos met blauwe zwaailichten, en die rijden per defenitie altijd overal door. Dat zouden politici zijn, maar als je ziet wat voor volk eruit komt en waar ze binnen gaan lijkt het meer maffia. Misschien is het allemaal een pot nat. De maffia is echt overal zichtbaar aanwezig, maar voor die mensen betekenen wij niets, waar wij voor de doorsnee rus behoorlijk schatrijk zijn, zijn wij voor de mafia peanuts, arme mensen... Ze doen niemand kwaad als je niet in hun huizen of autos binnenstapt, ze verdienen gewoon geld. Veel geld. Illegaal geld. Maar verder laten ze Het Gewone Volk met rust. Je voelt je echt niet onveilig, op straat in Moskou...

terug...

8/10/99 - VRIJDAG 8 OKTOBER

Het weer was eventjes omgeslagen. De lucht was grijs en het was zo'n twaalf graden buiten. Maar nu zijn de wolken weg en het is weer aangenaam wandelen op straat. Gisterenavond was het nog goed te doen om in T-shirt terug te wandelen van de filmvoorstelling van 21u. We zijn naar The Thomas Crown Affair gaan kijken, ongetwijfeld de meest debiele film van de laatste driehonderd jaar.
Gelukkig was het nog prachtig weer toen we de enorme televisietoren bezochten. 90 roebel voor buitenlanders, maar wij, schalks als we zijn, toonden onze Russische studentenkaart en vroegen onze tickets in het Russisch. Ons gebazel was blijkbaar goed genoeg om de mensen in de waan te laten dat we Russische Staatsburgers waren, en we mochten binnen voor 32 roebel.
Bij je ticket krijg je een formuliertje waarop je allerhande zaken moet op invullen, waar je woont en zo, en ook hoe laat je aankwam en of je in het restaurant gaat eten. Ze doen dit om je gemakkelijk te kunnen identificeren als je zelfmoord zou plegen door van de toren te springen. Ik dacht dat dat een grapje was maar de meneer die alles controleerde verzekerde mij dat dat heel ernstig was.
De lift die ons naar het kijkplatform boven het restaurant bracht ging snel dat je oren ervan ploppen. Het kijkplatform ligt op 337 meter hoogte, en van daar krijg je er pas echt een idee van hoe groot de stad is. Het is onvoorstelbaar - ik denk dat dat het woord is dat ik al het meest gebruikt heb om te beschrijven wat ik hier zie.
In welke richting je ook kijkt vanuit de toren, nergens zie je het einde van de stad, overal zie je aan de horizon nog gigantische bouwwerken. En hier en daar zie je enorme bossen en parken, en prachtige kerkjes en paleisjes.
En je ziet de vervuiling... Boven de stad hangt een roosbruine laag vuile lucht, die je vanop de grond niet ziet, maar van boven uit wel. Je ziet twee horizons: eerst zie je de lijn waar de vuile lucht de grond raakt, en wat hoger zie je een tweede grens, een tweede lijn, de grens tussen de vuile bruine lucht en de prachtige wolkenloze blauwe lucht erboven. Je ziet de propere luchtlaag echt mooi bovenop de vuile lucht liggen. Maar ondanks de vervuiling is het een adembenemend zicht... hoe veel je ook door de stad wandelt, je krijgt pas echt een beeld van de enorme afmetingen van de stad wanneer je ze ziet vanuit het kijkplatform. Een deel van de vloer van het platform is van glas, je kan erop gaan staan en dan recht naar beneden kijken, en dat is pas echt een vreemd gevoel. Dat stuk van het platform is waarschijnlijk steviger dan al de rest van de toren, maar 337 meter leegte onder je voeten doet je maag wel een beetje keren. En erop gaan staan valt nog wel mee eigenlijk, maar ik wou eens proberen de tien meter glas over te steken en heel de tijd naar beneden te kijken. Ik werd er eigenlijk duizelig van, en ik had moeite om niet opzij te gaan. Ik wist echt wel dat ik niet zou vallen en ik heb ook geen last van hoogtevrees, maar toch voelde ik mij zo vreemd toen ik op dat glas stond. Na een tijdje word je gewoon aan de bruine lucht, en wanneer je dan beneden aankomt ben je blij verrast wanneer naar boven kijkt en blauwe lucht ziet. OK, je weet wel dat ze vervuild is want je hebt ze van bovenuit gezien en je weet dat je vieze bruine dampen aan het inademen bent maar gewoon omdat alles er zo prachtig uitziet tegen de blauwe lucht en er zoveel te zien is dat je niet constant aan die bruine walm wodt herinnerd, wandel je vrolijk en dartel verder door de prachtige stad...
We zijn gisteren bij de Georgiër gaan eten, dat is daar altijd een avontuur. Het eten is enorm lekker, de prijzen belachelijk laag, maar het personeel is bijzonder onvriendelijk in het begin en hebben absoluut geen geduld als het op bestellingen noteren aankomt. Maar eens dat achter de rug is gaat het beter, ze brengen het eten, vragen of het lekker is, of je nog wat wil, of het genoeg was, of de cola niet te warm en/of koud was...
Het is altijd eerst even wennen aan nieuwe mensen maar na een tijdje worden ze wat losser en de mensen die er in het begin als de grootste zuurpruim ter wereld uitzien veranderen uiteindelijk toch bijna allemaal in vriendelijke babbelaars waar je al eens een plezant gesprek mee kan hebben. Als er iets is dat je leert in Rusland, is het nooit af te gaan op je eerste indruk. En wat je nog veel beter leert, is geduld hebben... geduld... geduld...

terug...

9/10/99 - ZATERDAG 9 OKTOBER

Het is zes uur 's avonds, de lucht is zwaarbewolkt en de temperatuur is plots maar 15 graden meer, de pull wordt onmisbaar. Het regent nog niet, maar dat komt wel. De kranten hebben eindelijk hun zin gekregen: de uitzonderlijk warme zomer lijkt voorbij...
Gisteren vertrokken er blijkbaar een paar containers soldaten naar Tsjetsjenie, want het was een af- en aangerij van vrachtwagens aan de kazerne hier in de buurt, en er stond een hele massa snotterende dametjes een even grote bende soldaten te knuffelen, de meeste vaders stonden er onwennig bij. De soldaten hier zijn trouwens allemaal vies en vuil en stinkend, hun moeders moeten echt wel moedig zijn om ze knuffelen en te kussen.
Rusland is al meer dan een week officieel in oorlog, maar hier in Moskou is daar niet veel van te merken, op het regelmatige vertrek van kolonnes soldaten. In de lessen "Politologia" bespreken we nu ook het Tsjetsjenie-probleem. De leraar, een bijzonder slim, boeiend en geestig man overigens, deed de geschiedenis van de Tsjetsjenen uit de doeken, hun cultuur, hun gedachtengoed. Hij vertelde dat de Tsjetsjenen, omdat de grond ginder absoluut onmogelijk te bewerken is, nooit iets anders gedaan hebben om geld te verdienen dan mensen kidnappen en er losgeld voor vragen. "Zelfs Turgeniev, Tolstoj en Pushkin schreven al over die ontvoeringen," zei hij, met de vinger in de lucht, "jullie denken toch niet dat ik jullie wat propaganda op de mouw speld?"
Nu, dat dachten we op andere momenten anders wel. Hij vertelde met veel overtuiging dat de Tsjetsjenen bandieten waren, dat ze stelen en drugs verhandelen, dat Grozni een internationaal bandietencentum is, dat de regering er zelf drugs verhandelt om geld te verdienen. "Geld verdienen door criminaliteit, zoals altijd."
En ze kennen allemaal hun voorvaderen tot in de zevende generatie, ze weten hoe hun voorvader heette die ten tijde van Napoleon door het Russische leger werdt vermoord, ze weten op welke dag en door welk regiment. En daarom haat elke Tsjetsjenier elke Rus: ze hebben mijn voorvader vermoordt, dan vermoord ik hun afstammelingen.
Nu, er kan natuurlijk veel van waar zijn. Maar het klonk toch iets te eenzijdig allemaal. Het was ook wel geen regeringspropaganda want voor Jeltsin (kalf, zatlap) en zijn raadgevers (bende domme idioten) had hij ook geen goede woorden. En in het Russich klinkt dat allemaal nog veel grappiger.
Alle lessen worden hier in het Russisch gegeven, het gaat snel, het is moeilijk maar toch verstaanbaar, de leraars leggen alles goed uit, herhalen vaakk en geven synoniemen of omschrijvingen voor moeilijke of onbekende woorden. Behalve de meneer van literatuur, dat is een saaie broebelaar en dat is jammer want de Russische literatuur is enorm interessant en boeiend, ik hou van de Russische literatuur, maar die liefde slaat wel om in verveling tijdens de lessen van die man, en dat is jammer...
We hebben nog twee andere theoretische vakken: Taal van de media, en Zakelijk Russisch. Het eerste is een overzicht van kranten, tijdschriften en televisie, met de nadruk op het specifiek taalgebruik, waar dat onderling verschilt en waar het van de standaardtaal. Zakelijk Russisch is een heel leuk vak, de leraar is een zeer grappig figuur en hij heet een leuk accent. Maar hij gaat wel snel, we krijgen aan sneltreinvaart een hele reeks zinsconstructies voor zakelijk taalgebruik, specifieke woordenschat over economie, business en politiek. Het klink saai, maar het is heel interactief en boeiend.
Dan is er taalbeheersing, fonetiek en grammatica, en dat is natuurlijk veel moeilijker dan thuis, het niveau ligt hoog, temeer daar alle regels in het Russisch uitgelegd worden. Sommige dingen zijn al moelijk te begrijpen wanneer je er in het Nederlands over hoort of leest, en als je het dan allemaal in het Russich moet verwerken...
Vanavond speelt Rusland tegen Oekraine, de match van de eeuw hier zo wordt gezegd, er is een enorme volksverhuizing aan de gang op dit moment, kaartjes die voor 15 roebel verkocht werden maanden geleden gaan nu, volgens de televisieberichten, van de hand voor 300 dollar.
Wij hebben wijselijk besloten op cafe te gaan.

terug...

13/10/99 - SOME WEIRD SHIT

Er gebeuren dingen in deze stad die niet normaal zijn. Een overzichtje:

* LADAWINKEL. Her en der verspreid in de stad vind je geparkeerde Lada's (Of hier: Zjiguli) met ongure types erin of er naast. De koffer staat open en die zit vol met de meest verscheidene produkten. De ene heeft een koffer vol boeken, leesboeken, grammaticaboeken, woordenboeken, recente boeken, oude boeken (onder andere het Groot Nederlandsch-Russisch Woordenboek, helaas 1300 roebel). De andere verkoopt horloges en allerhande soorten prullen, en nog andere verkoopt bontjassen en schoenen van Hugo Boss.
En als er een agent nadert of iets te lang kijkt gaat die koffer met een knal dicht en zoeft de meneer weg. Op zijn minst merkwaardig.
Dan heb je ook nog de donker geklede, gezonnebrilde, zuiders en volledig onsympathiek uitziende kleerkasten die in hun lada zitten, met een stuk karton tegen de voorruit waarop staat: "WIJ KOPEN GOUD (ook tanden), ZILVER, JUWELEN, HORLOGES, GSMs, etc"
Dan moet je zo tegen hun raampje gaan tikken, ze draaien dat dan open en dan begin je aan honderd per uur te onderhandelen, om dan uiteindelijk nog volledig "in 't zak gezet" een paar honderd roebel in uw portefeuille te steken. Hier hetzelfde verhaal, als er een geuinformd iemand iets te dicht bij komt, is het gas en weg.

Dit brengt mij bij het volgende hoofdstukje:

* VERKEER. Zoals ik al schreef, bevat het gehele verkeersregelement - volgens mij, en dit gestoeld op wekenlange empirische vaststelling - volgende twee regels:
- Een voertuig heeft altijd voorrang op een voetganger. Deze regel geldt ook wanneer het voertuig zich bevindt op het voetpad, in een voetgangerszone, op een voetbalveld, in verkeerde richting in een eenrichtingsstraat. Bij het uitrijden van parkings, garages en uitritten van eender welke aard heeft het voertuig voorrang. Blind rijden is toegestaan, de voetganger moet maar zien dat hij tijdig opzij springt (dit liefst in een plas of onverharde berm, anderhalve meter lager).
- De persoon met het duurste voertuig of met het grootste aantal blauwe flikkerlichten en/of sirenes heeft altijd voorrang. Deze regel geldt ook bij rode lichten, eenrichtingsstraten, voetgangerszones en panisch uiteenspurtende mensenmassas.
Aan deze twee regels - en alleen aan deze twee - houdt de doorsnee Moskoviet zich. Het verven van zebrapaden die om de vijfhonderd meter op de straten te vinden zijn, was waarschijnlijk de grootste verspilling van tijd en geld die deze stad gekend heeft. Een auto zal alleen stoppen voor een voetganger wanneer een rood licht hem zulks beveelt. Staat er echter een blauwe lamp op het dak van deze wagen, volstaat het voor de chauffeur even de sirene te laten loeien en zonder vaart te minderen door het rode licht te vliegen. Of in te halen. Of van rijvak te veranderen. Of af te slaan. Handige tip en advies voor de voetganger in Moskou: alleen oversteken als het groen is, of via een onderdoorgang. Men denkt nu: jaja... foert. Maar eens men geprobeerd heeft de Leninsky Prospekt over te steken, veranderd men lijkbleek en mogelijk bloedbesmeurd van mening.

* MAFFIA. Laat ons aannemen dat de zwarte mercedessen met zwaailicht toebehoren aan politici. Dan blijven er nog een immense massa geblindeerde saabs en mercedessen rondrijden, geescorteerd door stevige V12 mercedes-jeeps. Laat ons dan nog aannemen dat de helft, neen, een vierde, daarvan toebehoort aan bonafide lieden, rijke moskovieten en bedrijfsleiders die niets met de maffia te maken hebben. Zelfs dan is een op vijf auto's eigendom van de een of andere maffiagroep. Ze laten de gewone sterveling, zoals wij en zo'n kleine tien miljoen moskovieten, met rust. Elkander daarentegen laten ze niet met rust. Soms voor vriendschappelijke doeleinden, soms voor minder leuke dingen. Twee mercedessen neus aan neus geparkeerd voor de McDonalds, met twee heren in duur zwart kostuum, elk geflankeerd door een andere zwartgeklede, iets bredere en bezonnebrilde heer met oortelefoon, die tegen elkaar staan te brullen. Niets aan de hand. Iedereen stapt verder, twee agenten roken een sigaretje met een toevallig langskomende legerofficier.
Hier vlak bij het studentenhuis moet er een maffiahoofd- of bijkwartier zijn, want het aantal transacties dat we vanop ons kamertje zien is niet te tellen. Twee heren met een aan een stalletje gekocht tasje koffie slaan een praatje aan een tafeltje in het grasveldje. Daarna gaan ze elk hun weg, maar met de tas van de andere meneer. Of ze parkeren naast elkaar en wisselen wat small talk en big envelopes uit via het raam.
Om onverklaarbare redenen mag je soms geen bank of postkantoor binnen, tot de meneer met de zwarte hoed er terug uit is gestapt. En zo zie je elke dag wel iets waarvan je voelt dat het niet pluis is. Soms denk je dat het verbeelding is, dat je gewoon denkt dat alles maffia is. Maar als je er even rationeel over nadenkt, dan, wel, dan kan je niet anders besluiten dat hier in Moskou veel, heel veel vreemde dingen gebeuren...

terug...

14/10/99 - DONDERDAG 14 OKTOBER

Is het al de veertiende? De tijd vliegt hier ongelooflijk snel, er is geen vat op te krijgen, het helse ritme van de stad sleurt je samen met miljoenen andere mensen mee en spuwt je 's avonds doodmoe en verdwaasd uit in je bed. Rust is iets waar je niet meer aan kan wennen. Je valt in slaap tot je opstaat, en dan vlieg je weer door je dag. En dat stoort niet, dat is niet stresserend, dat is niet "te", op geen enkele manier, je bent gewoon elke avond verbaasd dat de dag al voorbij is.
Er is zoveel te zien, zoveel te doen, zoveel vertalingen te maken, zoveel lessen te volgen, zoveel politologia te leren, en zoveel schaak te spelen. Yes, chess! De vijfde verdieping heeft sinds gisteren, na avonden vriendenmatchen, zijn eigen officiele leage-table. (Op de welke ik met -3 punten schitter, wat niet kwaad is, ik heb maar één spel gespeeld en dit verloren, ik kan dus nog alle kanten op, want er wordt hier verloren dat het een aard heeft - behalve door zij die winnen, maar dan verliezen ze toch het volgende spel. Dit om te zeggen dat hoewel ik 100% van mijn games verloren heb, ik alsnog niet laatste ben, vermits er zijn die nog honderder procent verloren hebben (es kijken, -9, dat is 3x100 verloren, dus 300% tenzij ik aan het zwanzen ben) en alles nog kan. Of ook niet, want ik schaak niet heel erg goed, moet u weten.) Dus na huistaken en internet en stadswandelingen verzamelt de vijfde verdieping zich ergens in iemands kamer en wordt er geschaakt dat de stukken eraf vliegen (van het bord vooral, echter).
Ik heb tickets voor het Bolshoi-Theater op de kop kunnen tikken. Vrijdag 22, Boris Godunov, parterre, rij 10, stoel 29. 450 roebel, wat volgens een paar Russen aan wie ik het gevraagd heb, een ongelooflijk koopje, zeker zo dicht bij de voorstelling. Kassaprijs (kassa is echter al sinds maaaaaaanden uitverkocht) was 280 roebel, dus het is nog niet eens het dubbele. Op de dag zelf worden parterretickets - naar het schijnt - voor honderden dollars verkocht. Ik zal u na de 22ste over deze praktijken, alsook over de ongetwijfeld prachtige uitvoering van deze mooie opera in een van de prachtigste theaters ter wereld, uitvoerig berichten. Heden echter zet ik er een punt achter, zie maar: .

terug...

17/10/99 - EN DAN NU: CULTUUR!

Aha, u denkt dat wij hier voor de lol zijn! Dat wij niks doen dan vodka zuipen en lanterfanten. Welnu, u bent verkeerd! Wij geven ons ook ten volle over aan culturele activiteiten!
Zo zijn wij gisteren naar het Groot Paleis van het Kremlin geweest. Daar trad namelijk de legendarische band Boney M op. Herinner u hits als "By the rivers of Babylon", "Ma Baker", "Daddy Cool",... Het was hilarisch. Het waren allemaal zitplaatsen, dus de drie olijke dames waren een beetje uit hun lood geslagen omdat het publiek hen bewegingsloos zat aan te gapen. Na een tijdje vroegen ze iedereen op te staan en te dansen, en een half uur ver in het concert kwam de danser/zanger op en toen was het hek van de dam, iedereen veerde recht en begon vrolijk te swingen.
Achter ons zat er een nest oudere dames, zwaar opgetut alsof ze naar de opera gingen, en ook zij stonden wild heen en weer te shaken en swingen alsof hun leven ervan af hing. En wij natuurlijk wild meedoen. De ergste vaststelling was dat we bijna het hele oeuvre van Boney M kenden. Die nummers zijn zodanig bekend, zodanig grijsgedraaid en gecovered, of zijn zelf al covers van nummers die je teveel gehoord hebt. En toch, en toch... het was plezant, het was lol, het was het klein kind uithangen en swingen en shaken tussen bebrilde en bejaarde oude Russiche taarten die zelf op en neer sprongen... Daarvoor gaat een mens al eens naar het Kremlin.
Een tweede culturele activiteit die wij meegemaakt hebben was de belangrijke voetbalmatch Spartak Moskou - Lokomotif Moskou. Wij hadden besloten Spartak-fans te worden, wat een goede keuze bleek: Spartak won met 3-0. Vanaf nu zullen ze proberen naar elke Spartak-matchen te gaan, ons in te schrijven bij de officiele fanclub, en de Anglo-Belgo-Amerikaanse fanclub uit de grond te stampen. Woensdag gaan we naar Spartak - Bordeaux. Het was leuk, en omdat wij mee supporterden voor Spartak begonnen de Spartak-fans rondom ons heel blij verrast met ons te spreken, ons te bedanken dat we helemaal uit het Westen waren gekomen om te supporteren voor Spartak. Het is eens een andere manier om Russisch te spreken: al die fans waren vreselijk opgewonden en niet geheel nuchter meer, en dat was een spraakwaterval in alle richtingen, ik was blij dat ik ze verstond en heel fier dat zij mij verstonden. Een van die kerels wou maar niet geloven dat ik geen Rus was, hij zei dat ik met een Petersburgs accent sprak en dat ik onmogelijk buitenlander kon zijn omdat mijn Russisch te goed was. OK, ik weet ook wel dat die man geen taalkundige was waarschijnlijk, dat hij een beetje uitgelaten en beschonken was, maar toch... Ik ben toch al blij dat ik vrij verstaanbaar en niet al te erbarmelijk spreek. En woensdag is het weer van dat. Vperjod Spartak!

terug...

18/10/99 - DE EERSTE SNEEUW

Maandag 18 oktober, acht uur des ochtends.

Radio Maximum: "... Moskou, 3 graden, sneeuw."
Olivier: "Sneeuw?"
Quinten: "Ja, dat zei hij ja."
Olivier: "Wat is dat nu voor zever?"
Quinten: "Ik snap het ook niet, mijn vader zei gisteren aan telefoon ook dat het ging sneeuwen in Moskou maar ik geloof er ook niks van."
Olivier: "Ik denk eigenlijk ook dat het nog even gaat duren."
Korte onderbreking van het gesprek.
Olivier: "Was dat dak hiertegenover altijd zo wat wittekes?"
Quinten: "Wacht, ik zal eens kijken." (Kijkt eerst naar het dak, dan naar de lichtelijk besneeuwde auto's op de parking.) Euhm, Ollie, ik denk dat het aan het sneeuwen is."
Aldus ontwaakten wij deze ochtend. De eerste sneeuw! Hoera! Het is u half vijf, de sneeuw valt nog steeds. Het is hele fijne poedersneeuw die niet blijft liggen. Nog niet. Het zal er nu wel snel van komen.
Een paar dagen geleden op een droge dag eens een avondwandeling gemaakt. Eerst langs de Leninsky Prospekt en Gorky park, dan de glazen brug over vanwaar je een prachtig zicht hebt op het centrum, dan langs de over van de Moskva naar het Kremlin, een halfuur op het Rode Plein stilgestaan in stille bewondering... Ik krijg maar niet genoeg van deze stad, ik ben ze nu wijk vor wijk aan het verkennen, de gebouwen en parken aan het bekijken, en een beetje proberen te achterhalen waar alles is, zodat ik later, als het wat te koud is om uren buiten te wandelen, alle dingen te bezoeken die ik nu ben voorbij gewandeld.
Zo ben ik gisteren in de namiddag eens rond de grote Lomonosov Universiteit gaan wandelen. Ze is gehuisvest in een van de zeven prachtige wolkenkrabbers die Stalin liet bouwen. Het is een onvoorstelbaar hoog en groot gebouw, met enorme zijvleugels en bijgebouwen. De universteit ligt in een groot op de Mussenheuvels (vroeger: Leninheuvels), het is een stad binnen de stad, er wonen en werken massa's mensen. Dicht bij de Universiteit is er een uitzichtpunt van waarop je een prachtig zicht op de stad hebt. Het zicht is niet zo indrukwekkend als vanuit de televisietoren, maar het is anders, je zit lager en dichter bij de stad, dus je ziet meer details, je herkent meer dingen. Het is een weergaloos zicht.
Nu ga ik nog eventjes de stad in, en dan ga ik met een warme kop thee achter mijn bureautje zitten en wat studeren...

terug...

21/10/99 - DONDERDAG 21 OKTOBER

Openingsuren in Rusland zijn frustrerend onvoorspelbaar maar soms zijn het deze leuke kleine spelinkjes van het noodlot die je volledig vergeten prachtige pareltjes van de stad doen leren kennen. Zo trad ik vanmiddag om 15:07 uur aan aan de kassas van het lieve kleine theatertje met de onmogelijke naam "Het Moskous Academisch Muzikaal Theater genaamd S. Stanislovsky en Vl. I. Nemirovitsja-Dantsjenko" om tickets te kopen voor de premiere van Carmen. De kassas waren helaas gesloten van 15 tot 16 uur voor middagpauze. Daar stond ik dan. Ik besloot dan maar eventjes te gaan stappen in dit stukje voor mij onbekend Moskou. Ik liep de "Grote Petrov-Zijstraat" in en kwam voorbij het prachtige maar vervallen gebouw van het vroegere Theater Van De Vriendschap. Prachtig rood bakstenen gebouw, helaas volledig vervallen. Ik liep verder en zag plots in de verte een paar van die overal verspreid liggende typische blauwe koepeltorentjes. Ik wandelde verder en vond per ongeluk het "Groot Petrov - Klooster". Dat is een piepklein kloostertje, half vervallen, halfgerestaureerd. Twee piepkleine kerkjes en dan nog een paar torentjes met ikonen. Het was adembenemend mooi. Zo klein, zo intiem... Ik kreeg er geen genoeg van. Het ding was eigendom van de Orthodoxe Universiteit, als je de kerkjes binnen wou gaan en/of foto's nemen moest je een schriftelijke toestemming van de Patriarch voorleggen. Ik had zoiets niet dus ik kon niet binnen maar ik ben wel lekker stout illegaal geweest en heb snel-snel een paar fotootjes genomen.
Verder is de sneeuw nu weg, het is weer 15 graden en de zon schijnt. Geen wolkje aan de lucht.
De lessen blijven - helaas op literatuur na - heel interessant, al wordt het steeds zwaarder en zwaarder en worden we op gebied van huiswerk niet gespaard. Verder heeft de meneer van Politologie een uitleg gedaan over de Maffia, door alle andere profs doodgezwegen. Ze zitten overal, zei hij, en als je niet betaalt krijg je niks gedaan, maar als je betaalt verdien je geld met hopen en staan er plots twee kleerkasten van kerels je huis te beschermen. Op 'beschermen' en geld 'vragen' doen ze niemand kwaad, en laten ze iedereen met rust. Maar dat hadden we al door.
Morgen naar het Bolshoi Theater, overmorgen naar Carmen en dinsdag naar Spartak - Willem II. Moskou is toch een ongelooflijk leuke stad...

terug...

25/10/99 - EN DAN NU: CULTUUR! (echt waar!)

Dan zal ik u heden onderhouden over een hele resem culturele activiteiten welke ik de laatste dagen gepleegd heb.

BOLSHOI THEATER: Boris Godunov.
Het was adembenemend. Het was prachtig. Het was onvoorstelbaar. Om te beginnen al het theater. Het is echt wel zo fenomenaal sprookjesachtig als de boekjes zeggen. Alles is er rood en goud, het is groot (zoals de naam zegt: Groot Theater) er zijn heel veel balkons en beletages.
De decors waren stuk voor stuk pareltjes: een zaal in het kremlin, een plein voor het kremlin (met kerkjes en bruggen waar mensen in en uit en over liepen), een bal in het park, compleet met stenen brugjes en fonteinen (die echt werkten). Of een cafeetje in een klein dorpje, het podium werd verkleind en er stond echt een huisje, met deuren en vensters, met tafeltjes en stoelen en een bar... Het was prachtig.
Het verhaal is vrij eenvoudig, en komt - kort verteld - hierop neer: Boris Godunov vermoordt tsarevitsj Dmitri en roept zich, met steun van het volk, uit tot Tsaar. Maar na een tijdje blijkt dat hij zijn beloften niet kan nakomen, dat hij een absolute alleenheerser wordt en dat het volk volledig aan zijn willekeur is overgeleverd.
Dan komt het gerucht dat uit Polen een man is gekomen die beweert tsarevitsj Dmitri te zijn, die Boris niet heeft kunnen vermoorden. Hij krijgt het hongerige volk tegen zich en plant een mars naar Moskou. In het Kremlin is Boris ondertussen gefrustreerd door zijn mislukt bewind, hij krijgt het beeld van de stervende Dmitri niet uit zijn hoofd. Hij is getormenteerd en sterft uitgeput en doodsbang, nog voor hij deftig kon afscheid nemen van zijn zoon, wanneer hij het boze volk hoort dichterbij komen.
De sterfscene was schitterend. De zanger die Boris Godunov zong, was indrukwekkend. Hij zong perfect en acteerde heel geloofwaardig, en bracht de steeds maar erger wordende frustratie en pijn van Boris op sublieme manier. Ook de valse Dmitri speelde goed en had een mooie stem.
Hoogtepunten waren de scene waarin Varlaam, een weggelopen pater, volledig bezopen vertelt over de belegering van Kazan, het bal in het park waarop de machtsgeile Marina de Valse Dmitri verleidt (mooi duet!) en de sterfscene van Boris.
De opera was ongelooflijk prachtig, maar het volk was wat anders. De helft van de mensen waren toeristen die niets van opera wisten maar gewoon eens naar het Bolshoi Theater wouden, en maar zaten te keuvelen gedurende de hele opera. En de Russen zelf, die wel geinteresseerd waren en hun kinderen meehadden (die trouwens na de opera heel enthousiast aan elkaar vertelden hoe mooi ze het vonden), wisten wel waarover het ging en drukten hun interesse en bewondering uit door na elke aria of elk duet of elk orchestraal stukje heel luid in hun handen te klappen. Het was even wennen, maar uiteindelijk was het nooit storend.

ACADEMISCH MUZIKAAL THEATER: Carmen.
Ook hier hetzelfde: na elke aria, elk duet of elke prelude begon het volk luid te applaudisseren. Het theater zelf is een gezellig klein en spotgoedkoop ding. De opera was mooi en het decor sober. En het waren stuk voor stuk prachtige stemmen. Carmen was blond (wat voor Olivier genoeg was om haar af te stempelen als een pornoactrice zonder passie) maar ze kon wel degelijk zingen. En prachtig zelfs. En in het Russisch bovendien. Ook hier was alles stuk voor stuk in orde: het acteerwerk was goed en de zangers en koren waren schitterend, het kinderkoor was adembenemend. De beste stem was volgens mij die van Evgeny Polikanin, in de rol van Escamillio, de torero.

HET KREMLIN.
Het is toch straf. Zaterdag was een prachtige dag, mooi weer, zalige zon, geen wolkje te zien. En hier lag iedereen tot een gat in de namiddag te maffen na een wilde nacht uit naar de homoclub 'Chance', waar ik - dankuvriendelijk - niet mee naartoe wou. Ik heb de slaapkoppen dan maar laten liggen en ben het Kremlin gaan bezoeken.
Buitenlanders betalen 200 roebel maar een beetje Russisch en een studentenkaart van de Moskouse Staatsuniversiteit laten de dame achter de kassa in de waan dat je een soortement Rus bent, en dan betaal je slechts 10 roebel.
Het Kremlin is een grote vesting, het oude stadscentrum zeg maar. Achter de grote rode muur ligt een imens park vol prachtige paadjes en veel bomen. En overal waar je kijkt zie je prachtige kerkjes en torentjes, prachtige gouden koepeltjes die nu nog mooier waren door het zonlicht.
Het is er echt onvoortselbaar mooi. Ik heb er twee uur rondgelopen, een paar minuten de stad bewonderd van daaruit...
Daarna ben ik nog eens naar de Universiteit geweest en gewandeld tot aan het standbeeld van Joeri Gagarin op het Gagarinplein aan het einde van Leninsky Prospekt. Het is groot en indrukwekkend, en volledig uit Titanium gemaakt, het 'Metaal Uit De Kosmos'. Dan nog verder via Leninsky Prospekt met hier en daar een mooi uitzicht op de stad.

TWEE PARKJES
Zondagochtend ben ik tickets gaan kopen voor Spartak - Willem II, daarna zijn we naar het heel erg leuke marktje (enfin, megamarkt) aan Ismailskovo Park geweest. Dat is een grote toeristische souvenirmarkt waar ze je alles van popjes tot replica-Leica-fototoestellen proberen aan te smeren in gebrekkig Engels - iets wat ze lang vol houden ook al blijf je pertinent in het Russisch praten. Als je dan ook nog altijd blijft vragen hoeveel roebels het is (want ze zeggen altijd hoeveel dollar ze willen) beginnen ze toch met teginzin maar evenveel overredingskracht Russisch te praten.
Het is een leuke markt, al de souvenirs zijn er leuk en mooi, sommige dingen zijn ronduit prachtig en sommige dingen zijn zo kitscherig dat je ogen er pijn van doen. De prijzen schommelen ook tussen belachelijk laag en schandelijk hoog.
Zondagavond zijn we gaan rondstappen in het Kolomensky-Park, waar een oud kloostertje staat (ja, met prachtige felblauwe koepels) en een paar replica's van oude houten huisjes: een school, een pannekoekenhuisje, een woonhuisje... Wat verder kom je aan een hoge oever van de Moskva, vanwaar je weer een subliem zicht hebt op de stad die zich achter de bocht van de rivier uitspreid...
Deze stad blijft me betoveren en verbazen, ik word stilaan verslaafd aan haar drukte en haar tegelijk ontspannend rustige plaatsjes... En ik blijf maar meer en meer zien, en mijn lijstje van nog te bezoeken dingen wordt als maar langer en langer... Ik ga absoluut geen tijd hebben om alles te zien, want de tijd hier, ik weet niet hoe het komt, gaat veel sneller dan thuis. En ik blijf maar achter haar aan rennen. Met veel plezier.

terug...

21/11/99 - 21 November 1999


Het waren drukke tijden. Helaas niet veel tijd gehad om achter de computer te kruipen, en u, hongerige surfer, nieuws uit Moskou te brengen. Eidoch hier zijn we weer, en hou vast, het wordt veel in een keer.
Het gaat hier nog steeds zeer goed, danku. Buiten wordt het lekker koud, een gezellig gemiddelde van -12 graden Celcius overdag, sneeuw, prachtige blauwe hemels, afgewisseld met perioden van grijze lucht, en wind, soms. En het is de wind die het nog kouder maakt: de koude zelf is niets, een warme jas, een muts en een sjaal en je kan ertegen, maar die wind, die wind gaat dwars door alles heen, baant zich een weg door je kleren en wervelt zich rond je vel tot je niets meer voelt. Leve de lange onderbroeken! En in Belgie, hoe is het daar? Ik heb vernomen dat er daar ook enige sneeuwvlokjes gevallen zijn? Zeer spectaculair neem ik aan... hehehe.
Verkeerschaos als gevolg van sneeuwval is hier niet, enfin, het verkeer is hier altijd chaotisch, maar die wordt dus niet erger door de sneeuw. Elke nacht zijn sneeuwruimers en strooidiensten in de weer, 's morgens zijn de straten, geloof het of niet, kurkdroog. De voetpaden en bermen blijven natuurlijk even glad en smerig, en er liggen hoopjes zwarte geruimde sneeuw langs de kant, maar de straten zelf zijn perfect berijdbaar, geen vlokje sneeuw, geen spatje ijs, geen verdwaald druppeltje. Het is een raar zicht, en blijkbaar een van de weinige dingen die hier in Rusland zeer efficient gebeuren. Naast moeilijk doen, natuurlijk. Administratie en openingsuren, niet normaal of voorspelbaar, hoe daarmee om te gaan leer je hier vrij snel: wachten, wachten en nog eens wachten. Je opwinden heeft geen zin, allemaal verspilde energie. Prachtig toch dat je in een immens drukke stad als deze, een hypernerveuze en snelle stad, meer dan alles geduld leert te hebben. Na een tijdje ben je het zodanig gewend dat je het niet eens meer voelt, je begint zelfs blij te zijn dat je eens mag wachten: rust... rust...
Veel geedaan de laatste weken, heel veel zelfs.
Zo ben ik onder andere met een paar Spanjaarden naar Borodino geweest, waar de Russen eerst Napoleon en vervolgens Hitler een aardige kaakslag hebben toegediend. Het piepkleine dorpje ligt op 124 kilometer van Moskou, je moet er met de stoptrein naartoe, een dikke twee uur en half. Om de honderd meter stopt die trein, en om de tien seconden komt er iemand de wagon binnen en begint te luidkeels chocolade, wekkers of ritssluitingen aan te prijzen, staand onder een bordje waarop staat dat leuren op de trein verboden is.
Borodino heeft een klein stationnetje waar om de drie uur een bus vertrekt naar het 26 Augustus 1812 - museum. Het museum zelf is een zakdoek groot, volgepropt met allerhande voorwerpen die van dicht of ver te maken hebben met de slag van Borodino. Buiten het museum staan er een twintigtal standbeeldjes en herdenkingstekens verspreid in de velden en bossen. Er was ook een klein kloostertje dat er van ver wel leuk uitzag, maar de lange wandeling ernaartoe was niet de moeite, er was niet al te veel te zien.
Het was net een ander land, zo uitgestrekt, eindeloze bossen, zuivere lucht en geen geluidje te horen buiten het gefluit van vogeltjes. De wegen liggen er verlaten bij, om het half uur kwam er een oude tractor voorbij of een aftandse lada, zelfs een paar fietsers. Er staan niet meer dan 15 huizen, er is één winkeltje en aan het station nog een kioskje. Het was zalig om eens uit de gejaagdheid van de stad te zijn, het was een verademing, en toch was het net iets te stil, net iets te dood, en tegen de avond kreeg ik toch heimwee naar de stad, ze heeft echt een verslavende uitwerking op mij.
We kwamen rond kwart na vier op het station aan, de trein naar Moskou was vertrokken om 16:13. De volgende trein vertrok pas om 18:35. We zaten dus twee uur vast in een dood dorpje, waar we niets of niemand zagen. We zijn in het winkeltje wat brood gaan kopen, en wat vlees, en hebben gezellig gepicknicked in het station van Borodino.
Rond vijf uur reed er een trein binnen, het was de trein naar Moskou maar er mocht nog niet opgestapt worden. Ik ben naar buiten gegaan om een foto te nemen van de trein. Ik nam er een paar, en plots vloog de deur van de kabine open en kwam er een man uitgesprongen die mij boos toeriep dat het verboden was de treinen te fotograferen. Ik schrok even en wist niet wat zeggen, toen kwam er een andere man uit de kabine en die zei dat zijn collega maar aan het zeveren was. Ik sprak wat met die man, hij had natuurlijk meteen door dat ik geen Rus was. Hij vroeg me waar ik vandaan kwam en toen ik zei dat ik uit België kwam begon hij meteen enthousiast te vertellen dat hij op reis door Europa geweest was en een paar dagen in Brussel had gewoond, en dat hij het daar fantastisch vond. Hij nodigde me uit om iets te gaan drinken, ik ben dan die Spanjaarden gaan halen en samen zijn we een paar biertjes gaan kopen. Hij liet ons in de trein en zei tegen de andere wachtenden dat het alleen voor buitenlanders was nu. In de trein opende de man onze biertjes en zei dat hij niet kon drinken omdat hij in het zakje moest blazen. Het was eens plezierig om te kunnen praten met een echte en bovendien vriendelijke rus. Toen de trein vertrok liet hij ons binnen in de kabine en legde alle knopjes en lampjes uit. Het is eens iets anders.

Een andere reis die ik gemaakt heb was naar Kursk, waar twee andere studenten van Mercator op stage zitten. De reis naar Kursk verliep comfortabel in een coupé van de Nachtegaal, de nachttrein tussen Moskou en Kursk. De rit duurt een goede negen uur, de trein stopt regelmatig, om vier uur 's morgens in Orël staat de trein meer dan een half uur stil, er wordt vanalles ingeladen en hij verandert van spoor. Zeer vervelend want je wordt er wakker van, ene tegen dat je weer in slaap valt kan je weer opstaan want de trein komt aan in Kursk om zeven uur in de morgen.
Kursk is een grote en uitgestrekte stad, maar in vergelijking met Moskou is het een rustig dorpje (er wonen 400.000 mensen en het is er stil en groen) met kalme mensen, waarvan er veel elkaar kennen en groeten op straat. Alles verloopt er kalm en gemoedelijk, alles is er goedkoop en alles is er grijs. Ik was alweer blij dat ik even kon uitrusten 'buiten de stad'.
Er is een centrale markt, een groot gebouw vol stenen toonbanken waarop mensen allemaal dingen uitstallen die je kan kopen, onder andere grote hompen vlees waar oude vrouwtjes in knijpen voor ze het kopen. Soms knijpen ze erin, en lopen dan door. Allemaal heel smakelijk.
We verbleven bij een dame en haar zoon in de Noordwestelijke regio van Kursk, waar ook Charlene en Isabelle, de Mercatorstudenten verbleven. Het was een vrij chique appartement, we waren niet zomaar bij de Gewone Rus In Kursk terecht gekomen. Het was wel zo dat er in de hele wijk tussen 11 en 17 en tussen 23 en 5 uur geen water was: besparingen. Je moet dus op tijd onder de douche, op tijd water stockeren en genoeg thee zetten om de dag door te komen. Rond vijf uur begint de spanning: Zou er al water zijn? Kwestie van te kunnen afwassen en aan het avondeten te beginnen. Ik bewaar aan Kursk heel goede herinneringen, ik heb er goed kunnen uitrusten en relaxen, ik heb kennis gemaakt met een ander soort Russen en ik heb genoten van een goede boswandeling in de frisse en vooral zuivere lucht - zuiverder in elk geval dan in Moskou. Tickets terug naar huis kopen was andere koek, de dag dat we aankwamen wouden we meteen retourtickets kopen, maar alles was uitverkocht. Er waren nog alleen 'Platskarty', tickets voor de 'beestenwagen': een wagon vol bedden, geen coupes, gewoon allemaal planken met lakens op. Niet echt gezellig. Maar we mochten nog eens terugbellen. Dat hebben we dan een paar keer gedaan, tot ze ons maandagmiddag vertelden van een uur voor het vertrek van de trein nog eens aan het loket te gaan vragen om tickets. Dit deden we, en de mevrouw aan de kassa was een beetje verbaasd, bekeek ons eens scheef en zei dan "Maar NATUURLIJK zijn er nog tickets!"
Rare dingen allemaal. Maar we zijn dinsdag uiteindelijk toch goed uitgeslapen (nu ja) 's morgens vroeg weer aangekomen in Moskou. En dan meteen naar de les gegaan.

Ook binnen Moskou hebben we niet stil gezeten de laatste weken, we hebben een paar dingetjes bezocht, zoals het Pushkin-Muzeum voor beeldende kunst, dat heel interessant was en vol schitterende kunstwerken, en de Tretyakov-Gallerijen, die enigszins tegenvielen. Dit oude museum stelt een immens aantal schilderijen en beeldhouwwerken van Russische en niet-Russische kunstenaars ten toon, oud, heel oud en nieuw, maar meer dan een vijftiental interessante dingen heb ik toch niet gezien.
Verder nog eindeloos veel stadswandelingen gemaakt, nieuwe dingen gezien, reeds bekende dingen nog een paar keer gezien, veel les gehad, veel huiswerk, veel werk voor Mercator, ook veel plezier en veel aangename uren. In het kort: NOG MAAR EEN MAAND! AAAARGH! IK WIL NIET TERUG NAAR BELGIE!!!
Doch op 18 december zal ik er hoedanook staan...
Tot dan...,
Groeten uit Moskou!

terug...

6/12/99 - WINDOW TO EUROPE
We zijn naar Sint Petersburg geweest. Het was een schitterende reis, hoe kort ze ook was. Sint Petersburg is in vele opzichten verschillend van Moskou. Vermits ik er maar vier dagen geweest ben kan ik er natuurlijk niet al te veel van zeggen, ik schrijf hier dan ook alleen mijn indrukken, of ze juist of niet zijn, weet ik dus niet.
De stad is kleiner, zeker, en dan vooral de kern, alles ligt dicht bij elkaar, de meeste dingen die de moeite waard zijn liggen aan de schitterende Nevsky Prospekt, of niet zo ver ervan. Eens buiten de kleine kern zit je meteen in grauwe, grijze, ongezellige delen zoals je ze in Moskou - althans in het Moskou dat ik ken - niet zo vaak ziet. Langs de andere kant is de kern dan wel veel mooier en pittoresker dan Moskou. De Nevsky Prospekt is schitterend, de meeste huizen die langs deze brede laan lopen zijn stuk voor stuk prachtig afgewerkt, de prospekt kruist verschillende malen zijtakken en takjes van de rivier de Neva, en de zijstraten die langs deze stroompjes lopen zijn ook stuk voor stuk schilderachtig, de mensen die zeggen dat Petersburg het Venetie van Rusland is zitten er absoluut niet naast...
De mensen zien er vriendelijker uit, ze zijn mooier, de metro is minder efficient en de haltes liggen verder uit elkaar maar de stations zijn afgewerkter en de metro veiliger (Er zijn zelfs evacuatieplannen! Hoera!). Vermits Sint Petersburg voor een groot stuk op moerassige grond is gebouwd, heeft men heel diep moeten graven om een veilig en stevig tunnelsysteem voor de metro te kunnen bouwen, op sommige plaatsen rijden de treinen op een diepte van 70 meter. Omdat roltrappen van 70 meter diep toch iets te veel van het goede zijn, werden stations gebouwd waar dit mogelijk was, met als gevolg dat je niet zoals in Moskou op 50 meter van elke bezienswaardigheid een station hebt, maar stations in het midden van niets, in een bos, in een afgelegen straatje...
Sint Petersburg is toeristischer, en er staat veel meer in het Engels op affiches en aankondigingen, maar toch is alles er over het algemeen goedkoper dan in Moskou. Petersburg ziet er ook Westerser uit dan Moskou, het is meer gericht op het Westen maar toch zijn er meer dan genoeg kleinigheden, al dan niet van formaat, die je dat typische "Hey, we're in Russia"-gevoel geven. Administratie bij voorbeeld. Net zoals in Kursk was het doffe ellende om treintickets terug naar Moskou te kopen. Zaterdag wou men mij geen tickets verkopen ("Alleen voor vandaag en morgen, niet voor maandag!") en dinsdag was het weer een heel gezaag.
"Goeiemiddag, vijf tickets voor de trein naar Moskou graag, aankomst dinsdagmorgen."
"Oej oej oej..."
"Hoezo oej oej oej?"
"Er zijn niet veel plaatsen meer vrees ik..."
"Hoezo? Gisteren kon je er geen verkopen, en vandaag is alles uitverkocht?"
"Tja, ja, ja, zo is dat."
"Is er dan niks meer?"
"Ik zal eens kijken." (geram op de computer, gepaard gaand met veel gezucht.)
"Ja, deze trein heeft nog veel tickets, vertrek om 21u, aankomst 5u55 in Moskou."
"Ja, kijk, als dat de enige trein is, geeft u daar dan maar vijf tickets op."
"Neen."
"Hoezo neen?"
"Die trein wilt u niet, jongeman."
"Hoezo niet?"
"De deuren gaan niet toe."
"Ja, dan wil ik die inderdaad niet."
"Dan heb ik deze nog, maar alleen 'Platskarty' zijn nog vrij." (Dat zijn tickets voor een grote wagon met een vijftigtal bedden, zonder afsluiting, vol Russen die stinkende vis eten, scheten laten, zich zat zuipen, overgeven, en meisjes aanranden -- vele horrorverhalen gehoord van de Engelse delegatie die naar de Kaukasus ging in Platskarty, ze zijn in coupé teruggekomen, om voor de hand liggende redenen.)
"Neen, danku, geen platskarty."
"Deze dan, 5 plaatsen in drie verschillende compartimenten, de onderste bedden zijn al ingenomen."
"Alleen als het echt moet, maar liever niet."
"Tja, dan wordt het moeilijk. Eens kijken. Ah ja, de 35 is nog vrij."
"De bekende 35? De gevaarlijke 35?"
"Ja, soms worden reizigers op de 35 inderdaad overvallen..."
"Die trein is toch legendarisch en beroemd om zijn corrupte bemanning en om de vele bandieten?"
"Bandieten... Och, van die kleintjes...
"Danku."
"Dan is er niks meer vrij."
"Ook de Rode Pijl niet?" "Misschien, misschien nummer 5, de Intourist trein ook, maar die zijn allebei vreselijk duur hoor."
"Hoeveel dan?"
"Ik zal eens kijken." (gerammel op de computer)
"Platskarty, ja?"
"Nee, coupé alstublieft."
"Maar dat kunnen jullie niet betalen!"
"Hoeveel is dat dan?"
Zucht, gerammel op de computer. "Ongeveer 330 roebel."
"Ja, zeg, komaan, geef me er zo maar vijf."
Ze fronste even, en begon er dan toch aan. Ik kan inderdaad aannemen dat iemand die een goed loon krijgt van ongeveer 1700 roebel per maand wel even slikt wanneer een bende snotapen zomaar eventjes 330 roebel kan uitgeven aan een snoepreisje...

Een kort reisdagboekje.

VRIJDAG 26 November 1999
Aangekomen met trein nummer 110 in Sint Petersburg rond half tien, het sneeuwde. Met de metro naar het studentenhuis-hotel. Het "Petrovsky Hostel" ligt op de tweede en derde verdieping van een school voor kappers en een schoonheidsinstituut. De kamers waren proper maar er was maar een douche per twaalf personen... In de namiddag zijn we door de sneeuw naar de Hermitage gelopen, eerst een uur in de sneeuw gespeeld, dan de Hermitage bezocht. Het prachtige gebouw zit propvol met allerhande kunstwerken, gaande van prehistorische hakmessen over sarcofagen naar Kandinsky en Picasso. Het is immens groot en als je echt alles wil gezien hebben moet je er minstens 50 uur in rondlopen...
Daarna zijn we een beetje op Nevsky Prospekt gaan rondlopen, een hapje gaan eten en een glas gaan drinken in de Pit Stop, een zeer exclusief ding dat er zeer Westers en duur uitziet, maar ze haalden hun geld blijkbaar uit de gokautomaten in de bijzaal en niet uit hun eten en drinken, het was er spotgoedkoop.
ZATERDAG 27 November 1999
In de voormiddag namen we de metro naar Gorkovskaya, we kwamen uit in het midden van een park vol bomen, we waren op zoek naar de Peter en Paul - vesting. Na een beetje rondgestap in de sneeuw zagen we in de verte de vesting dagen, we kozen de kortste weg daarheen en kwamen met besneeuwde schoenen aan. Het eerste zicht van de vesting ontgoochelde mij, de huizen en kerkjes zagen er maar wat gewoontjes uit. Het was wel een mooi domein en de museumpjes in de huisjes en kerkjes waren wel interessant maar ik had een iets imposanter beeld verwacht. Na alles binnen de muren gezien te hebben, besloten we een wandeling rond de vesting te maken, langs de buitenkant van de muren, op de oevers van de Neva. Het zicht dat we daar te zien kregen was op zijn minst indrukwekkend te noemen. De hele kade aan de andere kant van de Neva, beginnend bij de Hermitage, staat volgebouwd met prachtige, kleurrijke en met schitterende sculpturen afgewerkte gebouwen. Het was een adembenemende wandeling. We gingen dan weer de vesting binnen en maakten een stuk van dezelfde wandeling opnieuw, maar dan bovenop de muren. De toegevroren Neva, de sneeuw, het felle zonlicht op de prachtige gebouwen, het was subliem...
Na een paar uur in de vesting rondgewandeld te hebben gingen we eten in Pizza Hut ("Pietsa Ghat"). Hierna wilden we het huis van Pushkin gaan bezoeken, we kwamen aan om 16u, sluitingsuur 17u dus wij blij, helaas sloot de kassa een uur voor het museum zijn deuren sluit, dus geen Pushkinhuis voor ons. In plaats daarvan hebben we dan maar een pracht van een wandeling gemaakt langs de oevers van de Grote Neva.
ZONDAG 28 November 1999
Warm! Warm! 10 graden! Zon! Help! Hittegolf!
Vroeg opgestaan om toch naar het Pushkinhuis te kunnen gaan. Het is een prachtig huisje met een mooi binnenplein, een natuurlijk een standbeeld van Pushkin (zoals overal in Petersburg trouwens) maar het museum was minder interessant, ok, het was heel mooi binnenin, de oude meubels stonden er nog, zeer mooi, zeer rustiek, en je krijgt een idee over hoe men in die tijd leefde. De werkkamer van Pushkin was indrukwekkend, een mooie bibliotheek boordevol boeken, en een rommelig bureau.
Het vervelende aan het museum was dat het vol lag met prullen, zoals "de pen waarmee hij de eerste verzen van Boris Godunov schreef", "een lok van zijn haar", "het colbertje dat hij droeg tijdens het duel" etc... Van zulke dingen word ik nu net niet meteen wild... Ik heb de rondleiding verlaten, ben op mijn eentje wat gaan rondsnuffelen, heb veel moois gezien, en ben daarna nog eens bijna heel de Nevsky Prospekt afgewandeld.
Het is een prachtige laan, zeker bij het felle zonlicht dat die dag scheen, warm dat het was. Elke keer de Neva of een ander stukje water de Prospekt kruiste stapte ik langs de oever mee, een eindje de wijk in, het was allemaal zo indrukwekkend mooi... Veel mooie gevels, theatergebouwen, administratieve gebouwen, indrukwekkend allemaal.
Na het eten in McDonalds ("Kijk mama, echte Amerikanen!") stapten we Nevsky Prospekt af tot aan de Neva, stapten langs de oever en over brugjes naar het Vaselyevsky Eiland, en kregen zo een schitterend zicht van de zonovergoten Neva en haar prachtige kade. Via de brug aan de andere kant weer van het eiland af, opnieuw richting Peter en Paul op de andere oever van de Neva, op weg naar de Petrosky-oever, waar we de Aurora gingen bezoeken, het kruisschip dat in 1917 het schot loste waar de revolutie mee begon. Op weg daarheen passeerden we het artilleriemuseum, dat we dan ook maar ineens aan een bezoek onderworpen. Voor het museum staat een autokerkhof vol tanks en raketlanceerders, binnen staan een paar kruisbogen en de gehele Kalazhnikov-kataloog uitgestald. Zeer de moeite was het niet. 's Avonds na het leerrijke gesprek op het station andermaal gaan bijtanken in de Pit Stop.
MAANDAG 29 November 1999
Een bende kerken vandaag. Ik ben de ochtend alleen op stap geweest, vroeg opgestaan om zo lang mogelijk van mijn laatste dag Petersburg te kunnen genieten. Eerst ben ik langs de Nevsky Prospekt en de Moyki-kade naar de Sint Isaak Kathedraal gewandeld, dan op het Isaakplein rondgewandeld en langs de Duma van Petersburg geflaneerd, daarna de kathedraal bezocht, er was niet zoveel te zien, er was veel in herstelling. Ik ben wel de kolonade opgekropen, 43 meter hoog. 8 roebel, of 80. Dat is iets dat je overal in Moskou en Petersburg en denkelijk overal elders ziet: in de kiosken hangen alleen Russische prijslijsten met ridicule tarieven (tussen de 4 en de 15 roebel), als je Russisch kan en je bestelt je tickets daar krijg je ze zo goedkoop, nog goedkoper als je je russische studentenkaart toont). Ben je toerist en spreek je geen Russisch moet je je tickets in het ding zelf kopen (omdat je niet weet wat die kiosken daar staan te doen) en daar hangt een prijslijst in het Engels, tickets tussen 80 en 250 roebel...
Vanop de kolonade krijg je een mooi zicht op Petersburg, in de wijken rond de kathedraal zie je de daken van kleine oude huisjes, als je naar de oostkant kijkt zie je de Hermitage en de Peter en Paul vesting, en overal zie je torentjes en parkjes, het was een prachtig zicht...
Daarna ben ik de Opstandingskerk of de kerk van de Verlosser in het Bloed gaan bezoeken, een prachtig majestueus ding met veel kleurrijke torentjes, binnenin versierd met de prachtigste mozaieken... Je wordt er echt stil van. Tenslotte ook de Kazankathedraal bezocht, veel ikonen, een enorme wierrookgeur en een rustgevende atmosfeer...
Na een snelle snack in McDondalds nog wat langs de kades gekuierd, rond 16u aangekomen aan het Russisch Museum ("Open tot 18u! Nu gaan ze ons niet liggen hebben, we zien dat we daar twee uur op voorhand zijn!") dat uitzonderlijk om 17u sloot (kassa's om 15u45) dus dat was weer niets. We zijn dan maar naar het hotel teruggegaan, onze bazaar ingepakt, nog wat doelloos rondgelopen en genoten van de stad, gaan eten in Pizza Hut (bediend door een dame die ons hilarisch vond en heel de tijd de slappe lach had terwijl ze ons bediende), en dan zijn we onze spullen gaan halen en hebben we de metro naar het station genomen. Trein nummer 5 was een behoorlijk mooie trein, gezellig binnenin, er stonden flesjes mineraal water op ons te wachten, men kwam rond met bier en Champagne, we moesten niet betalen voor het beddegoed, er lagen tijdschriften en we kregen zelfs een vrij lekker en vers ontbijt. Het is eens iets anders. En dat allemaal voor 330 roebel...

terug...

19/12/1999 - Steenokkerzeel, België, Boring

Tja, weer terug thuis, helaas, helaas, driewerf helaas. Pas op, het is leuk weer thuis te zijn bij vrienden en familie, maar toch, maar toch... ik mis Moskou wel.
De terugreis verliep niet geheel vlekkeloos: wegens het vele boeken kopen waren onze valiezen te zwaar, en moesten we meer dan 7000 roebel excess luggage fee betalen, waardoor onze koffers duurder naar Brussel reisden dan wij heen en terug. Maar ja, wat doe je eraan...
Het is gedaan, het is mooi geweest.
Maar op 1 september stap ik alweer aan boord van een blinkend Sabena-vliegtuig dat me naar Moskou zal dragen, waar ik meteen op de nachtegaal zal springen om drie weken in Kursk te verblijven... Ik kan haast niet wachten...





terug....



Inertia 13 Productions, 2001